Sign up for FlowVella
Sign up with FacebookAlready have an account? Sign in now
By registering you are agreeing to our
Terms of Service
Loading Flow
Vanaf ongeveer 600 voor Christus kwamen er wat mensen wonen in de Zaanstreek. Dat waren vooral vissers en jagers. Later kwamen er boeren. Het landschap bestond vooral uit moeras. Het was erg nat omdat er steeds zeewater binnenstroomde. Door veenvorming, veen bestaat uit plantenresten die in het water bleven liggen, was de bodem zacht en kon er niet goed op gebouwd worden.
De boeren
groeven sloten. Daar
liep het water in. Zo werd
het land iets droger.
I slootjes!
De lepelaar voelt zich goed thuis op natte weidegronden.
Vroeger zag je er veel.
Zo'n slootjeslandschap noem je
een slagenlandschap. Je ziet dit landschap nog steeds in de Zaanstreek. Het is dus al
eeuwenoud!
Doordat de landstroken droger werden, daalde de grond. Dus toen werd het toch weer te nat. Als de grond onbewoonbaar werd ging men weer een nieuw stuk ontginnen. Van de grond uit de sloten maakten ze dijken. Uiteindelijk lukte het om met watermolens de landstroken beter droog te houden. Vanaf toen ging het beter.
,
De Zaan en de eerste bewoners.
Tip!
Deze weide-watermolen
is te zien op
De Zaanse Schans.
Dans