Boerenbruiloft Boerenbruiloft Boerenbruiloft

Dans!

In onze voorstelling zien we

een boerenbruiloft!

De boeren hoorden tot de laagste stand. Zij leenden grond van de kasteelheer. Ze mochten op het land wonen en de grond bewerken. In ruil daarvoor moesten ze een flink deel van de oogst inleveren.

Er bleef vaak maar net genoeg over om van te eten.

De grootste feesten waren de jaarmarkt, de kermis en bruiloften.

De boeren dansten anders dan de edelen. Ze stampten lekker op de grond, klapten in hun handen en soms ging het er wild aan toe. Het ging vooral om plezier maken met elkaar en lekker eten.

Weetje!

In de middeleeuwen hadden we hier nog geen aardappelen, mais, bruine bonen, pompoen,kalkoen tabak, tomaten en paprika's. Die komen allemaal uit Amerika. En dat werd pas in 1492 ontdekt.

Weetje!

De mensen dronken geen water maar bier, ook de kinderen! Het water was vaak vies. Dus daar kon je ziek van worden. Bier was veel schoner.

Er waren nog geen gasfornuizen. Dus hingen er potten boven een vuur dat altijd aan bleef. In die potten werd steeds weer iets anders toegevoegd. Graantjes, kool, fruit, uien, ei, soms een beetje vlees, kip of vis. Die pot hing altijd boven het vuur en raakte zo nooit leeg. Dit soort soepachtig eten noemden ze potage.

Verder nam je brood of pannenkoeken mee naar je werk op het veld.

Boerenbruiloft van

Pieter Breughel

Weetje!

Met een lijmstok ving je kleine vogeltjes zoals spreeuwen of lijsters. Die at je op!

Wat betekent: Je moet eten wat de pot schaft?

Een koelkast of vriezer was er nog niet. Eten bewaarde men door het te zouten of in azijn te zetten. Denk aan zoute haring, zuurkool.

7