Ridders en Jonkvrouwen Ridders en Jonkvrouwen Ridders en jonkvrouwen

Ridders en jonkvrouwen hoorden bij de tweede stand:

De adel was in de middeleeuwen een rijke groep mensen. Rijk betekende niet altijd dat je veel geld had. Rijk betekende vooral dat je veel stukken land had.

Die stukken land gaf je dan in bruikleen aan arme mensen.

Die moesten dan het land bewerken. Dat waren dus boeren. Het meeste van de oogst moesten ze aan hun leenheer geven. In ruil daarvoor mochten ze op het land wonen en een beetje oogst zelf houden.De arme boeren konden dus zelf nooit rijk worden. Als er gevaar dreigde, door oorlog bijvoorbeeld, waren de boeren veilig binnen de kasteelmuren.

Je was van adel als je ouders dat waren. Je kon ook door de koning in de adelstand verheven worden. Kreeg je meteen een stuk land en een kasteel!

Pronk gerechten

zoals pauw of zwaan.

Ingewikkelde dansen waar je echt op moest oefenen. Als je die kon dansen hoorde je erbij. Alles was hoog opgestrekt en vaak op de tenen. Je was tenslotte 'hoger' dan de boeren en burgers.

Bleek zijn was

mooi. Want dat betekende dat je rijk genoeg was om niet buiten te hoeven werken.

Ridders waren een soort privè legertje voor de adel.

Weetje!

Iedereen nam zijn eigen mes mee. Verder aten ze met hun handen.

Weetje!

Een harnas weegt soms wel 35 kilo. Net

zoveel als 2 fietsen!

Weetje!

In sprookjes,

games en films zie je nog veel van de middeleeuwen terug.

Muiderslot

Wat betekent:

Hij is een ridder te voet?

6