De buitenplaatsen

Duin en Kruidberg

Beeckestein

Velserbeek

De buitenplaatsen zorgden voor hun eigen voedsel.

Ze lieten hun eigen groente en fruit verbouwen. Er groeiden zelfs perziken.

Ze hielden

hun eigen vee.

De bewoners

gingen ook graag

jagen in de duinen.

Dus er stond soms hert op

het menu.

Tuin van Beeckestijn in Franse stijl …. en in Engelse stijl

Bij de buitenplaatsen werden prachtige tuinen aangelegd.

In de 17e eeuw waren dat zorgvuldig aangelegde tuinen met hagen in ingewikkelde patronen. De Franse koning had zo’n tuin bij zijn paleis in Frankrijk. De rijke Amsterdammers deden hem na.

Dans

Kinderen spelen in de tuin van een buitenplaats.

1500-1700

In de 16e en 17e eeuw wilden

rijke Amsterdammers ‘s zomers de stad ontvluchten.

Het stonk er dan verschrikkelijk.

Ze brachten hun zomers liever door aan zee. Daarom lieten ze prachtige zomerhuizen bouwen. Deze kasteeltjes worden buitenplaatsen genoemd.

In de 18e eeuw werden de tuinen aangelegd in landschapsstijl. Dat was toen mode in Engeland. Zo’n tuin leek meer op de natuur zelf. Toen Beeckestijn een nieuw stuk grond kon kopen werd achter de Franse tuin een

Engelse tuin aangelegd.

Waterland

Weetje!

Er waren meer dan 60 buitenplaatsen.

o.a

Beekvliet

Meershoef

Schoonoort

Rozenbeek

Velserbeek

Bosbeek

Schonenberg

Meervliet

Weetje!

De rijke heren wilden hun buitenplaatsen niet afbreken om plaats te maken voor het Noordzeekanaal.

Ze kregen het voor elkaar dat het kanaal in een bocht om hun landhuizen werd aangelegd.

In het eerste ontwerp zou Driehuis de havenstad zijn geworden.

Je komt de namen van deze buitenplaatsen nog steeds tegen. Er zijn ook scholen en straten naar vernoemd.