Staand verspreid over het speelvlak.

5. De wonderlijke machine.

Verdeel de spelers in 4 groepen. Laat samen met 2 kinderen zien hoe bewegingen in elkaar kunnen grijpen. Voorbeeld: no. 1 kneedt een bal deeg. no.2 pakt daar steeds een stukje vanaf en geeft het door aan no.3. no.3 draait er kleine balletjes van.

Groep 1 komt op het speelvlak. Noem een machine. Voorbeeld: fietsenmachine, kauwgomballenmachine, lipstickmachine, pizzamachine, ballonnenmachine, automachine etc.

Groep 1 gaat die machine maken. Ondersteun waar nodig.

Daarna zijn de groepen 2 en 3 aan de beurt met andere machines.

Stoelen aan de kant. Opstelling staand in rijen van 4 achter elkaar op het speelvlak.

4. Onthouden.

Het voorste kind en het tweede kind staan tegenover elkaar. Het derde en vierde kind staan met hun rug naar dit tweetal toe. Het voorste kind doet 4 machine - achtige bewegingen voor. Het tweede kind onthoudt de bewegingen en geeft ze door aan het derde kind, dat geeft op zijn / haar beurt de bewegingen weer door aan de laatste in de rij. Bekijk en bespreek in hoeverre het gelukt is om de bewegingen te onthouden. Dit spel kan met de hele groep tegelijk gespeeld worden. Bespreek of er trucjes zijn om de volgorde van de bewegingen te onthouden.

Zittend op stoelen aan de kant.

6. De spelers bewegen zich over het speelvlak. Op een teken van de docent vormen ze samen één machine. Die gaat steeds langzamer lopen en loopt vast. 1 kind gaat langs alle onderdelen en laat er een druppel ' olie ' op vallen. De machine start weer op maar gaat steeds sneller bewegen en ' ontploft'.