Zet 1 stoel weg. Het kind dat in de kring staat moet proberen een stoel te veroveren terwijl het de commando' s geeft en de spelers een ander plekje zoeken. Er zal steeds een ander kind overblijven dat geen stoel heeft.

Stoelen aan de kant. Kinderen stellen zich op verspreid over het speelvloer.

4. Andersom!

De leerlingen lopen door de ruimte en reageren op de commando 's : stop/ loop.

Leg nu uit dat de commando's worden omgedraaid. Stop betekent lopen. Loop betekent stoppen.

Als dit lukt voeg dan de omgekeerde commando's: Spring en Stapje achteruit toe. Breid eventueel nog uit met de omkering van Draai en Klap.

Zitten op de stoelen aan de kant. Steeds 2 spelers op het speelvlak.

5. Wat is er aan de hand?

Twee kinderen bewegen willekeurig over het speelvlak. Zet op een teken hun beweging stil. Bespreek met de rest van de groep wat hier aan de hand kan zijn. Voorbeeld: Er is iemand gevallen omdat hij/ zij is aangereden door een fietser. De andere speler helpt hem/ haar overeind. De beide spelers spelen nu met tekst deze scéne uit. Laat nog enkele andere paren aan de beurt komen.

Staand in kring

6. Afsluiting.

Let heel goed op elkaar en stamp tegelijk met 1 been voor je op de grond en roep: yo! Tip: Let erop dat de beweging echt voortkomt uit een gezamenlijke concentratie.