Stoelen aan de kant.

Spelers verspreid op het speelvlak.

Les 5 Begroetingen

Opstelling: kring zittend op stoelen

1 De docent begint met bewegingen die met begroetingen te maken hebben.

Voorbeeld: zwaaien, duim opsteken, high five, hoofdknikje, Chinese begroeting met handpalmen tegen elkaar etc. De spelers doen meteen mee.

2 Noem een kind dat een begroetingsbeweging voordoet. Geef daarna de beurt aan een ander kind, dat op zijn / haar beurt een beweging toevoegt. Herhaal beweging 1 en 2. Nu is een volgende speler aan de beurt om een begroeting voor te doen. Herhaal beweging 1,2 en 3. Ga zo door. ( Lijkt op: Ik ga op reis en ik neem mee)

3 We gaan de stoelen aan de kant zetten. De docent noemt een categorie kinderen die zo stil mogelijk hun stoel aan de kant mogen zetten. Voorbeeld: iedereen met een spijkerbroek aan gaat zijn stoel wegzetten etc.

4 De vreemde begroeting.

Spelers lopen door de zaal en groeten elkaar door de hand te schudden. Daarna begroet men elkaar door de ellebogen tegen elkaar te houden, door knieën te laten raken, door pinkjes te schudden, dor een sprongetje te maken etc.