Les 2. De markt

Opstelling: zittend in de kring op stoelen

4. Klant en koper.

De kinderen gaan in dezelfde tweetallen bij elkaar staan. Ze zijn nu koopman en klant. Op een teken van de docent bewegen de spelers door elkaar. Op het volgende teken zoeken de tweetallen elkaar op en spelen, met tekst, tegelijk een scéne.

Voorbeeld: Je komt iets kopen maar je vindt het te duur. Je komt iets terugbrengen etc.

1. Klap doorgeven in de kring.

Klap in je handen in de richting van het kind rechts van je. Dat kind geeft de klap weer door aan zijn / haar buurman/ vrouw. Tip: let erop dat de klap in een stabiel tempo wordt doorgegeven. Hoe sneller hoe beter.

2. Sta om beurten op en noem duidelijk je naam en je lievelingseten.

3. Bespreek met de groep waar je eten kunt kopen. Kies uit de verschillende mogelijkheden de markt om op door te gaan. Doe voor hoe een marktkoopman met luide stem zijn waren aanprijst ' Mooie truitjes!'

In tweetallen verzinnen de kinderen nu wat ze zouden verkopen op een markt waar je alleen maar eten en spullen kunt kopen die niemand wil hebben. Voorbeeld: ' Verrotte vis!' Ze verzinnen er een goede kreet bij. Voorbeeld: ' Koop hier uw stinkstokken, nergens goedkoper!'

Laat ieder tweetal, zijn kreet roepen. Ga dan in het midden staan. En wijs snel van het ene willekeurige tweetal naar het andere dat dan zijn kreet roept. Laat ook een kind in het midden van de kring ' dirigeren'.

Stoelen aan de kant. Leerlingen staan verspreid over het speelvlak.