Stoelen aan de kant. Spelers op de vloer.

3. Loop door elkaar. Op een teken van de docent staan de spelers stil. De docent noemt een emotie of gevoel.

De spelers beelden dat gevoel uit. De spelers gaan weer lopen. Herhalen met steeds een ander gevoel.

Ga door met de oefening maar maak nu een opbouw d.w.z. vergroot de emotie. Voorbeeld: je bent een beetje

Bang, banger, nog banger, zo bang als het maar kan. Voorbeelden: boos, verlegen, vrolijk, angstig, nerveus, je

hebt het koud/ warm. Je hebt honger of pijn etc.

4. Zet 5 stoelen naast elkaar. Op iedere stoel een speler. Speler 1 begint met een kleine emotie. Speler 2 vergroot

de emotie, speler 3 vergroot de emotie nog meer. Ga zo verder tot speler 5.

5. Afsluiting. Sta in een kring. Let goed op elkaar stamp tegelijk voor je op de grond en roep: 'Yo!'

Les 7 Ik voel me zo....

Zittend op stoelen in een kring.

1. De docent zegt ' goedemorgen' vrolijk. Daarna zegt zij / hij op

een heel andere manier goedemorgen. Voorbeeld: verdrietig.

Vraag de kinderen te benoemen wat het verschil is.

De docent zegt ' Goedemorgen' met een bepaalde emotie tegen het kind rechts naast haar. Dat kind antwoordt met een goedemorgen die daarbij past. Vervolgens zegt datzelfde kind

' Goedemorgen' tegen de speler naast hem / haar. Ditmaal met een heel andere emotie. Ga zo de kring rond.

2. Zet zonder geluid te maken je stoel aan de kant.