Les 6 Jabbertalk

Opstelling: kring stoelen

1. De docent begint met bewegingen die te maken hebben met iets in elkaar zetten. Voorbeeld: schroeven, zagen, draaien, schuren, timmeren, iets opmeten etc. Bij deze bewegingen maakt de docent bijpassende stemgeluiden. Voorbeeld: zzz, zzz of krkrkr of tok, tok etc.

De kinderen doen meteen mee.

Vraag of de spelers begrijpen waar deze bewegingen en geluiden mee te maken hebben.

Wie kan ook een dergelijke beweging / geluid voordoen? Iedereen doet mee.

2 De zware stoel.

Zet je stoel aan de kant alsof hij heel zwaar is. Maak er puffende en zuchtende geluiden bij, gebruik geen taal.

Stoelen aan de kant. Spelers zitten verspreid op het speelvlak.

3 De uitvinding.

Iedere speler is een vreemde professor die in zijn schuurtje aan een uitvinding werkt.

' Laat zien dat je aan het schroeven, zagen,tillen bent. Maak er de bijpassende geluiden bij. Je mag ook laten merken of je tevreden of teleurgesteld bent. Dat doe je ook met geluid, zonder echte woorden. Laat de spelers een paar minuten werken. Enkele spelers presenteren.